Uitzettingsconcepten voor afvoerleidingen

Uitzettingsconcepten voor afvoerleidingen

Afhankelijk van het materiaal en externe omstandigheden zijn er verschillende methoden om gericht grip te krijgen op de vermoedelijke lengte-uitzetting.


Kunststofleidingen

PE-leidingen met starre bevestiging

PE-leidingen worden met starre bevestigingen aan het begin en aan het eind van het traject vastgezet, de uitzetting wordt gecompenseerd via de leidingomtrek. De vastpunten moeten passend zijn ontworpen (nauwkeurig rekening houden met leidingdoorsnede, temperatuurverandering en -bereik!). Omdat de uitzetting hierbij in de omtrek wordt "gedwongen", dient een zijdelingse geleiding beslist te zijn gewaarborgd, om uitwijken van de leiding te verhinderen. De juiste opmeting van de zijdelingse geleiding kan worden afgeleid uit de legrichtlijnen van de leidingfabrikant.


PE-leidingen met lange moffen

Hier wordt de uitzetting in de vast met het leidinglichaam verbonden lange moffen opgenomen. Om de moffen zijdelings niet te belasten, wordt elk leidingstuk ten minste op twee punten bevestigd.


PP-leidingen met steekmoffen

Ook bij deze methode wordt elk leidingstuk op twee punten bevestigd, de uitzetting wordt net als bij de PE-leidingen gecompenseerd via moffen.


Tip: Handelwijze voor de uitzettingsopname in lange moffen of steekmoffen bij kunststof leidingen
Bij kunststof leidingen worden in principe vanwege de vaak behoorlijk grote lengte-uitzetting per leidingstuk een vastpunt en glijbevestigingen (bijv. glijbeugels) geplaatst. Deze verhinderen dat bij frequente lengteveranderingen afzonderlijke leidingstukken gaan "wandelen" en uit de mof kunnen glijden. In de regel wordt op elke mof een vastpunt geplaatst, de rest van het desbetreffende leidingstuk wordt glijdend gelegd.


Staalleiding

Staalleiding met moffen

Ook hier compenseren de moffen de uitzetting. Bij de ondersteuning met vastpunten moet er bij stalen leidingen vooral op worden gelet, dat in het horizontale verloop voldoende vastpunten overeenkomstig de legrichtlijnen worden geplaatst. Zo kan zijdelings opengaan door instromend water in de hoofdleiding worden voorkomen.


Stompe verbinding/SML-leiding (gietijzeren leiding)

Bij gietijzeren leidingen moet elke leidingstuk op twee punten met houders worden bevestigd, omdat de radiale geleiding door moffen vervalt. Ook hier dienen in het horizontale verloop vastpunten tegen opengaan te worden geïnstalleerd. In afvoerleidingen dienen regelmatig overeenkomstig de legrichtlijnen vastpuntbeugels te worden geplaatst, om de afdichtingen te ontlasten. Als advies voor de plaatsing van dergelijke vastpunten geldt: Er dient altijd een geluidsontkoppelend vastpunt aan de onderkant van de valleiding te worden aangebracht. Bij gebouwen met meer dan vijf verdiepingen moet op elke vijfde etage een extra vastpunt worden aangebracht, om het gewicht van de leiding dienovereenkomstig te verdelen.

Heeft u technische ondersteuning nodig bij uw project?